Subsidie voor groen-economisch herstel

Na de uitbraak van COVID-19 is in 2020 het Economisch Herstelfonds (EHF) ingesteld. Dit Europese fonds is bedoeld als tegemoetkoming voor de landbouwsector en het platteland. Nederland ontvangt voor de jaren 2021 en 2022 in totaal € 52,4 miljoen uit dit fonds. De maatregelen voor het herstel moeten aansluiten bij de milieu- en klimaatafspraken van de Europese Unie. De middelen zijn toegevoegd aan het budget voor het plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3+) van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en worden gebruikt voor twee subsidieregelingen:

  1. Investeringsregeling groen-economisch herstel;
  2. Samenwerkingsregeling groen-economisch herstel.

Deze regelingen worden naar verwachting tussen 6 december 2021 en 14 februari 2022 opengesteld.

Investeringsregeling groen-economisch herstel

Deze investeringsregeling is bedoeld voor alle landbouwers. Zij kunnen een subsidieaanvraag indienen voor investeringen gericht op:

  • precisielandbouw en smart farming;
  • digitalisering;
  • water, droogte, verzilting;
  • duurzame bedrijfsvoering;
  • natuurinclusieve landbouw en kringlooplandbouw. 

Voor elke categorie zal een lijst met investeringen worden opgesteld.

Het subsidiepercentage bedraagt 60; voor jonge landbouwers 75. Een aanvrager kan voor maximaal twee investeringen een aanvraag indienen, met een subsidiebedrag van minimaal € 25.000 en maximaal € 150.000. Door deze nieuwe regeling komt de POP3-subside voor jonge landbouwers (investeringssubsidie) te vervallen.

Samenwerkingsregeling groen-economisch herstel

Deze regeling dient ter bevordering van een veerkrachtige, toekomstbestendige landbouw, die bijdraagt aan milieu- en klimaatdoelen. De subsidie wordt verstrekt aan projecten van samenwerkingsverbanden die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van nieuwe, duurzame verdienmodellen voor de landbouwsector. De samenwerkingsverbanden bestaan uit verschillende actoren in de landbouwsector zoals landbouwbedrijven, ketenpartners, producentengroeperingen, coöperaties, mkb-bedrijven of brancheorganisaties. Er moet in ieder geval tenminste één landbouwbedrijf bij betrokken zijn.

Bron: Overig | publicatie | 27-10-2021

Meer weten?

Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u vragen naar aanleiding van dit nieuwsbericht?