Wederom box 3

In mijn column van januari 2018 heb ik geschreven over de wijzigingen van box 3. Ook deze wijzigingen blijken niet lang bestand tegen de grillige werkelijkheid. Wederom is een wijziging  aangekondigd en wel met ingang van 1 januari 2022.

De  inkomstenbelasting kent drie boxen. Box 3 belast de categorie inkomsten uit sparen en beleggen. De inkomsten van deze box bestaan uit een fictief rendement op bank- en spaartegoeden en andere bezittingen. In de jaren 2001 tot en met 2016 bedroeg dit fictieve rendement 4%. Over dit fictieve rendement wordt 30% belasting geheven. Het gaat om de aanwezige bank- en spaartegoeden en andere bezittingen op 1 januari om 00:00 uur. Ter vervanging van het vaste 4%-rendement zijn vanaf 1 januari 2017 drie rendementsklassen (schijven) ingevoerd. Naarmate het vermogen toeneemt, neemt het fictieve rendement toe. In de laagste schijf tot € 102.010 is het fictieve rendement 1,94%, vervolgens 4,45% tot een vermogen van € 1.020.096 en daarboven bedraagt het fictieve rendement 5,6%. Van het vermogen is € 30.360 vrijgesteld.

Wederom onder druk van een nog lagere rentestand en juridische procedures wordt in een voorlopig voorstel per 1 januari 2022 aan het systeem van rendementsklassen een andere invulling gegeven. Het voorstel maakt een splitsing tussen bank- en spaartegoeden (spaargeld) en andere bezittingen en schulden. Bij een vermogen van minder dan de huidige vrijstelling, is geen box 3-belasting verschuldigd. Bij een groter vermogen wordt het gehele vermogen gebruikt voor de bepaling van het rendementsinkomen van box 3. Het rendement van het spaargeld is voorlopig gezet op 0,09%. Het rendement van de andere bezittingen op 5,33%, terwijl van de schulden 3,03% mag worden afgetrokken. Van het aldus berekende rendementsinkomen is vervolgens € 400 vrijgesteld en het meerdere wordt belast tegen een hoger tarief van 33%.

De verwachting is dat ongeveer 1,35 miljoen mensen met het nieuwe voorstel geen box-3 belasting meer betalen. Tot een bedrag van € 444.444 aan spaargeld blijft het rendementsinkomen net onder de vrijstelling van € 400. De rekening van deze aanpassing wordt betaald door de mensen met andere bezittingen en/of schulden. Wij zijn benieuwd of dit voorlopige voorstel per 1 januari 2022 tot wet is verheven en hoeveel jaren deze wijziging stand houdt.

Vivan accountants – adviseurs blijft u op de hoogte houden van het nieuws op het gebied van accountancy, fiscaliteit en juridische zaken.

Drs. E. Oosterwijk RB